Oesterdam VB: monitoring van voorland T0 situatie: verschil tussen versies

Regel 1: Regel 1:
{{Activity}}
+
{{Activity
  +
|Intentional Element decomposition type=IOR
  +
}}
 
{{Paragraphs show}}
 
{{Paragraphs show}}
 
{{Beeldmateriaal show}}
 
{{Beeldmateriaal show}}
 
{{Heading
 
{{Heading
|Heading nl=Monitoring T0 naar aanleiding van gesprek met Edwin Paree
+
|Heading nl=Initiatief voor metingen:
 
}}
 
}}
 
{{Paragraph
 
{{Paragraph
 
|Paragraph number=1
 
|Paragraph number=1
 
|Paragraph language=Dutch
 
|Paragraph language=Dutch
|Paragraph=Er is door Imares/Hz een T0 meting uitgevoerd, waarbij zogenaamde mini suppleties zijn uitgevoerd. Een definitieve rapportage van deze metingen is niet bekend.
+
|Paragraph=Begin 2011 was de samenwerkingsovereenkomst een feit. Maar er was nog geen projectteam. Uit ervaring met andere zandhongerprojecten hebben Eric van Zanten en Dick de Jong (proactief) het initiatief genomen om voor het gebied van de Oesterdam een meetplan op te stellen, en tijd te claimen bij de afdeling Mobiel Meten  van de Centrale Informatie Voorziening te Delft.  Deze afdeling komt voort uit de vroegere meetdienst Zeeland.
  +
E. Paree heeft een overzicht opgesteld van de uitgevoerde T0-metingen (vooral in 2011) voor het project ‘veiligheidsbuffer Oesterdam’.  Het definitieve rapport is opgesteld in oktober 2013. (zie doc2)
  +
 
  +
}}
  +
{{Paragraph
  +
|Paragraph number=2
  +
|Paragraph language=Dutch
  +
|Paragraph subheading=Het uitvoeren van metingen
  +
|Paragraph=De afdeling Mobiel Meten houdt zich bezig met het reguliere meetprogramma in het kader de KRW en afspraken met betrekking tot lodingen. Regionaal worden projectgebonden onderzoek/metingen voor ca. 20% uitgevoerd door de eigen meetschepen. De overige metingen worden op de markt gezet, zoals vogeltellingen en benthos onderzoek.
  +
Bij uitbesteden vervult de afdeling ‘mobiel meten’ de rol om onderzoek op de markt te zetten. De kosten van onderzoek worden voor eigen veldonderzoek vertaald in een tijdclaim. Het werk dat naar de markt gaat wordt via het projectbudget betaald.
  +
Het document van oktober 2013 beschrijft  niet alleen de metingen , maar ook de gebruikte instrumenten. Het onderzoek richtte zich op de volgende onderwerpen:
  +
* Morfologische metingen
  +
* Ecologische metingen
  +
* Fysische metingen
  +
* Visuele inspectie in het veld
  +
 
  +
De visuele inspectie en de kaarten met bemonsteringspunten voor het project zijn zogenaamde ‘projectgebonden meetdata. Deze worden door de afdeling mobiel meten doorgegeven aan het projectteam. Metingen die passen in het landelijk monitoringsplan, zoals lodingen worden opgeslagen in het Landelijke Opslag Lodingen.
  +
 
  +
}}
  +
{{Paragraph
  +
|Paragraph number=3
  +
|Paragraph language=Dutch
  +
|Paragraph subheading=Onderzoek door externe partijen
  +
|Paragraph=In de T0 fase hebben de Hogeschool Zeeland en Imares ook aspecten bekeken. Dit initiatief was niet gebaseerd op een opdracht van RWS, maar paste ook in het onderzoek van het lectoraat Building with Nature, en bepaalde vakken.  Het onderzoek dat eind 2013 (na de realisatie) wordt uitgevoerd , wordt gedaan in opdracht van Rijkswaterstaat, inclusief een subsidie van het Centre of Expertise . (zie T1 metingen en meetplan)
  +
 
  +
Onderzoek m.b.t. zandkwaliteit van de winlocaties voor de suppletie) is ten behoeve van het project op de markt gezet  (zie rapport Zwarts Exploitation. In verband met het verkrijgen van vergunningen is het onderzoek met betrekking tot explosieven (zie doc…)in het gebied en volgeltellingen is ook uitbesteed ( zie docs A&W rapport 1657)
  +
 
  +
Tijdens de uitvoering is troebelheid gemeten rondom de zandwinlocaties. In tegenstelling met andere ‘zandhongeronderzoek’ zijn deze metingen niet uitgevoerd door de aannemer ( van Oord), maar door de Rijkswaterstaat zelf. De resultaten hiervan waren online te bekijken door zowel de aannemer als de schelp-vissector.
  +
 
  +
}}
  +
{{Paragraph
  +
|Paragraph number=4
  +
|Paragraph language=Dutch
  +
|Paragraph subheading=Lessons learned
  +
|Paragraph=
  +
*1) Het was goed dat er proactief gehandeld is om T0- metingen uit te voeren. Eric van Zanten en Dick de Jong hebben uit ervaring van eerdere proeven eenzelfde opzet gebruikt. Het IPM team is pas later geïnstalleerd.
  +
*2) Bij nieuwe projecten wordt de afdeling ingeschakeld als het team voor ogen heeft wat er gemeten moet worden. Dan wordt het vaak lastig om nog een goede T0 situatie vast te leggen. Het werk voor zowel intern RWS als extern moet gepland worden en is soms seizoen gebonden. Bij het project Roggeplaat moet men leren van het project Oesterdam-veiligheidsbuffer.
  +
*3) Zorgpunt is dat de ontsluiting van projectgebonden meetdata niet/nauwelijks beheerd worden na afloop van het project. De wiki zou een goede oplossing kunnen zijn.
   
Rijkswaterstaat heeft met haar meetdienst een meetprogramma opgesteld en uitgewerkt. Voor het proces is het interessant om de documenten m.b.t. de opzet, uitvoering en analyse toe te voegen.
 
 
}}
 
}}
  +
{{Beeldmateriaal}}
   
 
{{VN query}}
 
{{VN query}}

Versie van 5 mei 2014 om 13:07

Oesterdam VB: monitoring van voorland T0 situatie
Context
Decompositie type IOR

Activity



Initiatief voor metingen

Begin 2011 was de samenwerkingsovereenkomst een feit, maar er was nog geen projectteam. Uit ervaring met andere zandhongerprojecten hebben Eric van Zanten en Dick de Jong van Rijkswaterstaat Zeeland (proactief) het initiatief genomen om voor het gebied van de Oesterdam een meetplan op te stellen en tijd te claimen bij de afdeling Mobiel Meten van de Centrale Informatie Voorziening te Delft. Deze afdeling komt voort uit de vroegere meetdienst Zeeland. Edwin Paree heeft een overzicht opgesteld van de uitgevoerde T0-metingen (vooral in 2011) voor het project ‘veiligheidsbuffer Oesterdam'. Het definitieve rapport is opgesteld in oktober 2013. Zie Veiligheidsbuffer Oesterdam Oosterschelde: Overzicht T0-metingen (28 oktober 2013)

Het uitvoeren van metingen

De afdeling Mobiel Meten houdt zich bezig met het reguliere meetprogramma in het kader de KRW en afspraken met betrekking tot lodingen. Regionaal worden projectgebonden onderzoek/metingen voor ca. 20% uitgevoerd door de eigen meetschepen. De overige metingen worden op de markt gebracht, zoals vogeltellingen en benthosonderzoek. Bij uitbesteden vervult de afdeling ‘mobiel meten’ de rol om onderzoek op de markt te brengen. De kosten van onderzoek worden voor eigen veldonderzoek vertaald in een tijdclaim. Het werk dat naar de markt gaat wordt via het projectbudget betaald. Het document van oktober 2013 beschrijft niet alleen de metingen, maar ook de gebruikte instrumenten. Het onderzoek richtte zich op de volgende onderwerpen:

  • Morfologische metingen
  • Ecologische metingen
  • Fysische metingen
  • Visuele inspectie in het veld

De visuele inspectie en de kaarten met bemonsteringspunten voor het project zijn zogenaamde ‘projectgebonden meetdata'. Deze worden door de afdeling mobiel meten doorgegeven aan het projectteam. Metingen die passen in het landelijk monitoringsplan, zoals lodingen worden opgeslagen in het Landelijke Opslag Lodingen.

Onderzoek door externe partijen

In de T0-fase hebben de Hogeschool Zeeland en Imares ook aspecten bekeken. Dit initiatief was niet gebaseerd op een opdracht van RWS, maar paste ook in het onderzoek van het lectoraat Building with Nature, en bepaalde modules van de opleiding AET van de HZ. Studenten hebben o.a. het mini-suppletie onderzoek uitgevoerd. Het vervolgonderzoek dat na de realisatie (eind 2013) wordt uitgevoerd, wordt opgezet door een consortium in opdracht van Rijkswaterstaat en het Centre of Expertise. (zie pagina: T1 metingen en meetplan)

Onderzoek m.b.t. zandkwaliteit van de winlocaties voor de suppletie) is ten behoeve van het project op de markt gebracht (zie rapport Zwarts Exploitation). In verband met het verkrijgen van vergunningen is het onderzoek met betrekking tot explosieven (zie doc explosieven) in het uitvoeringsgebied en vogeltellingen ook uitbesteed (zie docs A&W rapport 1657)

Tijdens de uitvoering is troebelheid gemeten rondom de zandwinlocaties. In tegenstelling tot andere ‘zandhongeronderzoek’ zijn deze metingen niet uitgevoerd door de aannemer (van Oord), maar door Rijkswaterstaat zelf. De meetresultaten waren online te bekijken door zowel de aannemer als de schelpdiersector.

Geleerde lessen

Op basis van interviews:

  • Het was goed dat er proactief gehandeld is om T0-metingen uit te voeren. Eric van Zanten en Dick de Jong hebben uit ervaring van eerdere proeven eenzelfde opzet gebruikt. Het IPM team is pas later geïnstalleerd.
  • Bij nieuwe projecten wordt de afdeling ingeschakeld als het team voor ogen heeft wat er gemeten moet worden. Dan wordt het vaak lastig om nog een goede T0-situatie vast te leggen. Het werk voor zowel intern RWS als extern moet gepland worden en is soms seizoensgebonden. Bij het project Roggeplaat moet men leren van het project Oesterdam-veiligheidsbuffer.
  • Zorgpunt is dat de ontsluiting van projectgebonden meetdata niet of nauwelijks beheerd worden na afloop van het project. De wiki-omgeving zou een goede oplossing kunnen zijn.




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van
Instantie van
Betreft


Draagt bij aan.

Draagt bij aan Oesterdam VB: analyse rapport T=0 situatie
Waarde
Opmerkingen


Connectie.

Connectie type seq
Connecteert naar Samenstellen projectteam voor realisatie
Conditie
Opmerkingen


De pagina's die linken naar deze pagina.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares