BAZT Uitkomsten mengteelt zagers en tong

BAZT Uitkomsten mengteelt zagers en tong
Context GT Zeeuwse Tong
Type Outcome
Decompositie type IOR



Kweekproces

Voor een overzicht van het kweekproces wordt verwezen naar de pagina Mengteelt zagers en tong

Succesvolle voortplanting van G1 ouderdieren van tong

Door aanpassing van de houderij (een meer natuurlijk regiem van daglengte en watertemperatuur met een minimum van 5oC in de winter) kwamen G1 ouderdieren van tong in drie opeenvolgende jaren tot productie van bevruchte eieren. Hiermee is een belangrijk knelpunt voor selectie en fokkerij van tong weggenomen. Toepassing van een fokkerijprogramma zal op termijn op basis van de huidige resultaten een gemiddeld snellere groei en een geringere variatie in groeisnelheid opleveren. Diverse metingen aan de groei van G2 dieren laten zien dat binnen de beschikbare G1 tongpopulatie de genetische aanleg voor snelle groei aanwezig is.

Groei

  • Variatie in groeisnelheid

Individuele vissen vertonen nu nog grote verschillen in groeisnelheid en gewicht op eenzelfde leeftijd. Met een variatiecoëfficiënt van 25% varieert het gewicht bij een gemiddelde van 250 gram tussen 125 en 375 gram, dat wil zeggen van net voldoende voor sliptongformaat (Klasse 2) tot klasse Groot Middel, de op één na zwaarste categorie.

  • Tong-vrouwen: de beste groeiers

In een G1 populatie van tong bedroeg de gewichtstoename van mannen slechts 60% van die van vrouwen (0,50 tegen 0,84 g per dag gemiddeld over een groeiseizoen). Aangezien de tot nu toe gebruikte pootvispopulaties voor meer dan 80% uit mannen bestaan, ligt de gemiddelde groeisnelheid dicht bij de groeisnelheid van mannen. Ervaringen van het Proefbedrijf tonen echter aan dat verbetering van de man/vrouw verhouding in de pootvispopulatie goed mogelijk is en dat daarmee de gemiddelde groeisnelheid flink kan worden verhoogd: van pootvissen die vanaf larve opgroeiden in een zagervijver, bedroeg het aandeel vrouwen 70%; van pootvissen die vanaf een leeftijd van twee maanden opgroeiden in een zagervijver, was het percentage vrouwen 50%.

IMARES heeft in genetisch analyses aangetoond dat fokkerij van tong op groei mogelijk is. Daarnaast zijn middels stochastische analyses de basisvoorwaarden voor een fokprogramma voor tong bepaald. Op basis hiervan werd een verbetering van de groei van 20% in de tweede generatie verwacht.

Normale pigmentering

Abnormale pigmentering, met name van de buikzijde, is een hardnekkig probleem in de kweek van platvis, waaronder tong. Onderzoek wijst uit dat aanpassingen in de houderij-omstandigheden abnormale pigmentering kunnen voorkómen: van pootvissen die vanaf larve in een zagervijver opgroeiden vertoonde 92% een normale pigmentering (witte buik, bruin gekleurde rug) vergelijkbaar met die van wilde tong.

Productie van pootvis van tong in Zeeland gestart

Annex en met hulp van het Proefproject Zeeuwse Tong is in Zeeland in het voorjaar van 2013 door Stichting Zeeschelp de productie van pootvis van tong gestart. Een eerste batch pootvisjes (3.700 stuks, 70 dagen oud, 0,1 g, 20 mm) is met succes opgekweekt in een vijver van het proefbedrijf: half november bedroeg het gewicht gemiddeld 50 g en het terugvangstpercentage 85%. De bouw van een coöperatief broedhuis voor tarbot en tong (Fry Marine) is voltooid. Dit broedhuis moet garant staan voor de beschikbaarheid van hoogwaardig uitgangsmateriaal met een acceptabele prijs voor toekomstige kwekers van tarbot en tong.

Verbetering huisvestingssysteem

Om de kwaliteit van pootvis te verbeteren heeft IMARES i.s.m. ACE aquacultuur een nieuw recirculatie aquacultuur systeem (RAS) pootvissysteem ontworpen en gebouwd. In vergelijking tot gangbare pootvissystemen voor tong heeft dit systeem:

  1. Verbeterde zuivering van systeemwater: verwijderen septic tank en aanpassen/vergroten

moving-bed filter.

  1. Efficiëntere toediening van zuurstof: “medium head oxygenator” (MHO).
  2. Verbeterde ontgassing (CO2)
  3. Verlaging van kans op oververzadiging door drukloze watervoorziening.
  4. Efficiënter energieverbruik.

(Ketelaars, 2013)

Zagers: model voor een hoogwaardig tongvoer

Uit verschillende kortlopende en langlopende groeiproeven (meer dan tien maanden) blijkt een dieet van uitsluitend verse zagers garant te staan voor een hoge groeisnelheid van tong, hoger dan nu mogelijk is met commercieel visvoer. De meerwaarde van verse zagers blijft bovendien behouden wanneer deze zagers onder milde omstandigheden gedroogd worden tot een zagermeel. Daarmee zijn zagers een ideaal model voor de ontwikkeling van een droogvoer dat net zo hoogwaardig is als verse zagers, maar minder kost.

Zagers verbeteren de gezondheid van tong

Tong gevoerd met gangbaar visvoer ontwikkelt de symptomen van bloedarmoede getuige een lage hematocriet en lage hemoglobinegehaltes. Bij overschakeling op een dieet van zagers stijgt het hemoglobinegehalte van ca. 10 naar 40 g per liter. Uit parallel onderzoek van IMARES blijkt ook de darmgezondheid te verbeteren: op een dieet van zagers waren er minder pathogene bacteriën aanwezig dan bij voedering van gangbaar visvoer. Zagers zorgen dus niet alleen voor een hoge groeisnelheid van tong maar ook voor een goede gezondheid. Dit verklaart vermoedelijk ook de zeer geringe uitval onder dieren die lange tijd gevoerd worden met uitsluitend zagers: binnen een groep van 100 vissen die gedurende tien maanden als voer uitsluitend zagers kregen trad geen natuurlijke sterfte op.

Zagers onmisbaar als biologische onkruidbestrijders in zoutwatervijvers

Zonder de continue vraat van zagers hebben ondiepe zoutwatervijvers de neiging dicht te groeien met macro-algen (wieren). Een mengteelt van schelpdieren en zagers voorkomt dat schelpdieren verstikt raken door een ongecontroleerde groei van wier. Ook in vijvers die bedoeld zijn voor de productie van micro-algen dreigt het gevaar dat micro-algen verdrongen worden door macro-algen. Een mengteelt van micro-algen en zagers stabiliseert de groei van algen. De inzet van zagers is dus een vorm van biologische onkruidbestrijding.

Spontane migratie van zagers

Zagers blijken al op heel jonge leeftijd (met een gewicht van 0.05 g) te migreren vermoedelijk als reactive op hoge dichtheden. Hierbij verlaten de zagers het sediment en begeven zich massaal de waterkolom in. Dit duidt op een proces van zelfdunning. Bij zelfdunning splitst de populatie zich in wijkers en blijvers. Wanneer pootvis uitgezet wordt in vijvers met zagerlarven kunnen deze voor een dunning zorgen. Op die manier krijgen de wijkers, die anders verloren gaan, een nuttige bestemming. Wanneer migratie van zagers uitgelokt kan worden, kunnen zagers uit de waterkolom geoogst worden. Dit kan de kweek van zagers aanzienlijk vereenvoudigen en de kostprijs drastisch verlagen

Een mengteelt van zagers en tong

Eerstejaars zagervijvers blijken een rijke omgeving voor de opkweek van pootvis van tong. Pootvisjes die eind juni met een gewicht van 0.1 g uitgezet werden in een zagervijver bereikten begin september een gewicht van 23 g; soortgenoten die binnen op een dieet van droogvoer opgekweekt werden, wogen op datzelfde moment nog maar 2.4 g. Half november was het gewicht van de visjes in de zagervijver toegenomen tot gemiddeld 50 g. De snelle groei is vermoedelijk het gevolg van een overvloedig aanbod van levend voer en lage visdichtheden. In tweedejaars zagervijvers kunnen pootvissen van 60 g in één zomerseizoen uitgroeien tot een gewicht van meer dan 200 g aan het einde van het seizoen.

Een mengteelt van zagers en schelpdieren

Zagervijvers produceren als nevenproduct micro-algen. Deze micro-algen vormen een voedselbron voor tapijtschelpen en platte en Japanse oesters. Een mengteelt van zagers en schelpdieren verhoogt daarmee de geldelijke opbrengst van een zagervijver. De groeisnelheid en opbrengst van schelpen in gemengde vijvers vertonen nog grote verschillen. Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt door verschillen in voedselbeschikbaarheid.

Alternatief zagervoer

In vijvers groeien zagers op een dieet van algen en extern zagervoer. Het karpervoer dat tot nu toe gebruikt wordt als zagervoer, kan vervangen worden door een voer op basis van plantaardige ingrediënten. Op die manier is het mogelijk een productieketen voor tong te ontwikkelen die volledig vrij is van het gebruik van vismeel en visolie. Voor een goed alternatief zagervoer is een voldoend hoog eiwitgehalte en een korrelstructuur van belang. Een eerste test met een restproduct van de firma Zeelandia leverde een groeisnelheid op van 68% van de groei op het karpervoer van Coppens. De geringere groei is waarschijnlijk het gevolg van een veel lager eiwitgehalte van het restproduct (24% van de drogestof) dan van het karpervoer (40% van de drogestof). (Ketelaars, 2013)




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Onderdeel van
Instantie van
Betreft


De pagina's die linken naar deze pagina.

Dit element heeft geen subelementen. Naar dit element wordt niet geconnecteerd.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares