Een continucultuur is een kweektechniek waarbij een cultuur langdurig in stand wordt gehouden door voortdurend medium toe te voegen en een deel van de algen te oogsten (doorstroom). Afhankelijk van de groeisnelheid van de cultuur en de celdichtheid wordt de doorstroom aangepast. Hiermee wordt voorkomen dat lichtlimitatie optreedt en een gebrek aan nutriënten de groei van de cultuur beperkt, dat resulteert in een kwalitatief slechtere en lichter gekleurde alg [ (Michels et al. 2010)]. Daarnaast worden contaminaties zoals bacteriën en zoöplankton zodanig verdund dat zij in mindere mate de cultuur aantasten. Ook zal, net als in een semi-continu culture, bij voldoende doorstroom de gewenste algensoort in exponentiele fase gehouden worden en contaminatie met andere algen voorkomen kunnen worden. Proefondervindelijk is vastgesteld dat een doorstroom- of verversingssnelheid van de raceways bij 40% de hoogste productie behaalt. Daarentegen bleek dat de cultures bij een verversingsnelheid van ~10% stabieler zijn. Aanpassing van de stroomsnelheid gedurende de kweek zal gewenst zijn bij wisselende weersomstandigheden. Het niveau in de vijver blijft altijd 100% (Smaal et. al., 2014). Op zonnige dagen kan de verversing van een continu cultuur oplopen tot 100% per dag. Van een vijver van 100 m3 wordt er dan 4m3 per uur ververst. Op bewolkte dagen is de productie lager, meestal 50% per dag.
Referenties
- Eindverslag Proefproject Zeeuwse Tong - IMARES Schelpdieren, Smaal, A.C., H. Jansen, P. Kamermans & T. Schellekens, IMARES, 6 februari 2014.
Zie ook
