Buitendijkse maatregelen Westerschelde


Context VN set links: model = BM Buitendijkse maatregelen Westerschelde


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = BM Buitendijkse maatregelen Westerschelde

Result = Building with Nature VN

End Set VN link







Figuur 1: False-colourluchtfoto van de strekdammen bij Baalhoek (foto: Edwin Paree RWS)

De oppervlakte getijdenatuur in de Westerschelde is in de loop der jaren achteruitgegaan door inpolderingen en vaargeulverdiepingen. Op verschillende plaatsen in het estuarium zijn projecten uitgevoerd om het areaal droogvallende slikken en schorren te vergroten. Dat gebeurt binnendijks, bijvoorbeeld in Perkpolder, het Zwin of de Hedwige- en Prosperpolder. Maar ook buitendijks zijn er mogelijkheden om het intergetijdengebied te vergroten. Het project buitendijkse maatregelen heeft als doel een laagdynamisch intergetijdengebied te creëren met een areaal van in totaal 57 hectare. Door het aanleggen van extra strekdammen en het ophogen van de bestaande wordt beoogd om bestaande veenrijke slikken geleidelijk te laten opslibben. Het gebied dat zich tussen de strekdammen bevindt krijgt hierdoor betere omstandigheden voor de vestiging van bodemdieren: de stroomsnelheden nemen af en sediment wordt afgezet. Zo wordt het gebied aantrekkelijker voor foeragerende vogels.

Het project sluit nauw aan bij het projectplan natuurherstel Westerschelde van de Provincie Zeeland. De opdracht is het creëren van de gewenste habitats door technische maatregelen (strekdammen en eventueel lokale kleisuppletie) op ecologisch weinig waardevolle plekken, zoals veenbanken en (erosie)gebieden in de oeverzone. Uitgangspunten zijn het behoud van het meergeulenstelsel en het aanbrengen van zo min mogelijk harde maatregelen in de Westerschelde zelf. Mochten de huidige natuurwaarden van de Westerschelde effectief verbeteren met de aanleg van strekdammen dan worden deze maatregelen ook op andere plaatsen toegepast.

Conclusies

De belangrijkste eindconclusies van het project Buitendijkse maatregelen zijn (Van der Werf et al. 2022):

  • Door de aanleg van strekdammen bij Knuitershoek en Baalhoek zijn de hydrodynamische condities veranderd, waardoor opslibbing is opgetreden binnen de projectgebieden. Dit had een positief effect op de ontwikkeling van de bodemdiergemeenschappen en de vogels die hierop foerageren. De aanleg van de strekdammen heeft geresulteerd in een afname van de stroomsnelheid tot maximaal een halvering in de projectgebieden tussen de strekdammen. Daarentegen is in de geul de stroomsnelheid op 100m afstand tot het projectgebied minder dan 0,1 m/s toegenomen als gevolg van het aanleggen van de strekdammen. De strekdammen hebben verder bijgedragen tot een reductie van de waargenomen windgolven. De modelstudie geeft echter wel aan dat scheepsgolven substantieel bijdragen aan de schuifspanning welke de ontwikkeling en dynamiek van de bodem beïnvloedt.
  • Als gevolg van de veranderingen in de hydrodynamische condities heeft er in de projectgebieden bij Knuitershoek en Baalhoek een opslibbing van respectievelijk ca. 10 en 5 cm/jaar plaatsgevonden. Hierdoor is er in de transecten bij Knuitesrhoek en Baalhoek een hoogtetoename van 30–100 cm en 20-50 cm gemeten. Dit is minder dan op basis van modelstudies was verwacht. De strekdammen zijn echter ook minder hoog uitgevoerd dan in de modelstudie is aangenomen. Desalniettemin heeft de opslibbing in totaal 58 ha slikplaat kwalitatief verbeterd van veenrijk naar slibrijk, qua droogvalduur en bodemdiergemeenschap.
  • Door aanleg van de strekdammen heeft bodemdiergemeenschap (benthos) als geheel een significante ontwikkeling doorgemaakt. De totale biomassa is toegenomen, maar ook is de bodemdiergemeenschap van samenstelling veranderd. Voor aanleg en net na de start bestond ze voornamelijk uit borstelwormen. Inmiddels is de gemeenschap diverser, en bevat veel meer schelpdieren (tweekleppigen). Daarbij ontwikkelen de projectgebieden zich qua bodemdierengemeenschap naar een vergelijkbare toestand als in de referentiegebieden. Te verwachten is dat het nog enkele jaren duurt voordat de gemeenschappen helemaal vergelijkbaar zijn.
  • Deze positieve ontwikkelingen in de biomassa en samenstelling van de bodemdiergemeenschap in de projectgebieden hebben hun doorwerking naar de vogels. Vogels die specifiek op deze bodemdieren foerageren nemen in de projectgebieden in aantallen toe, terwijl deze in de referentiegebieden gelijk gebleven zijn.

Projectorganisatie

De effecten van de ingrepen zijn onderzocht door een consortium van onderzoeksinstellingen, bestaande uit:

  • Het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ);
  • Wageningen Marine Research (WMR);
  • HZ University of Applied Sciences;
  • Deltares.

Verder lezen

Onder de referenties ziet u een zogenaamde conceptmap die als navigatiemiddel fungeert naar de verdere informatie van deze context. De onderdelen van de conceptmap zijn aan te klikken waardoor de onderliggende informatie beschikbaar komt. Meer uitleg over het gebruik van de conceptmaps vindt u op de pagina Leeswijzer conceptmap.



Referenties
BM Aanleg van strekdammen VN BM Morfologische ontwikkeling VN BM Stroming en golfslag VN BM Sedimenteigenschappen VN BM Ontwikkeling van bodemleven VN BM Ecologische waarde VN BM Hoogwatervluchtplaatsen VN BM Voedsel voor vogels VN BM Vergroting intergetijdegebied door aanleg van strekdammen VN BM Projectdoelstelling VN BM Buitendijkse maatregelen Westerschelde VNBuitendijkse maatregelen V20220819
Over deze afbeelding
HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares