BU Kokkelkweek locatie Veerse Meer

BU Kokkelkweek locatie Veerse Meer
Context BU Project Zilte Productie
Decompositie type IOR

Activity



Het Veerse Meer, een systeem met een relatief lage verversingsgraad, is een nieuw kweekgebied voor schelpdieren. Om de kweek van kokkels verder te optimaliseren is in samenwerking met Stichting Zeeschelp is in 2014 een experiment gestart naar het effect van zaaidichtheid op de groei en kwaliteit van kokkels op een bodemperceel.

Methode

Figuur 1: Locatie en methode van de kokkelproef in het Veerse Meer (Hiele et al. 2017).

Op het pilotperceel van 200 x 50 m is de begindichtheid aan kokkels bepaald aan de hand van willekeurig genomen sedimenthapjes, waarin aantallen kokkels en tapijtschelpen geteld zijn. Vervolgens is het perceel in oktober 2014 ingezaaid met ondermaatse kokkels, waarbij gestreefd is naar verschillende zaaidichtheden (van ongeveer 0,8 tot 3,4 kg/m2). Op 27 plekken zijn controlemandjes (figuur 1) ingegraven die ieder 38 kokkels met een lengte van 28 mm bevatten. De dichtheid in de mandjes was overal 1,5 kg/m2. Middels halfjaarlijkse monitoring van de kokkels in de controlemandjes, en de dichtheid in de directe nabijheid (straal van 15 m) rond de mandjes, is de ontwikkeling van zowel lengte als droog vleesgewicht gerelateerd aan de dichtheid.
Chlorofyl-a en watertemperatuur zijn continu gemeten op het pilotperceel. Daarnaast zijn stromingsmetingen uitgevoerd.

Resultaten en discussie

Figuur 2:Dichtheid (aantallen) kokkels + tapijtschelpen, geïnterpoleerd middels IDW kriging (ArcMAP) op basis van 560 sedimenthapjes (Hiele et al. 2017).

Figuur 2 geeft de dichtheid weer van het totaal aantal kokkels + tapijtschelpen op de verschillende meet momenten. De dichtheid verlaging in april 2016 is grotendeels een gevolg geweest van een afwijkende zoet-waterlast (neerslag) in de winterperiode, waar tapijtschelpen gevoeliger voor zijn dan kokkels.

Figuur 3: Relatie tussen de gemiddelde biomassa in g/m2 over halfjaarlijkse perioden binnen een straal van 15 m rondom de kokkelmandjes en de toename in schelplengte van kokkels in de mandjes (Hiele et al. 2017).

Er is in het groeiseizoen april-okt 2015 een significant verband (p=0.033) tussen de dichtheid van schelpdieren binnen een straal van 15 m en de lengte ontwikkeling van kokkels gevonden. Bij hogere dichtheden neemt de groei iets af (figuur 3).

Figuur 4: Daggemiddelden van de gemeten chlorofyl-a (μg/l) op het perceel, als vergelijking zjin de metingen van RWS op de locatie Soelekerkepolder weergegeven (Hiele et al. 2017).

Het voedselaanbod (figuur 4) in de vorm van algen (chl-a) is het gehele jaar aanwezig met veel aanbod in de periode voorjaar en zomerperiode (tot 20 μg/l) en een wat lager aanbod in de winterperiode (3-5 μg/l).

Conclusie

Tot een biomassa van ongeveer 3 kg/m2 blijkt er in het Veerse Meer (pilot) geen groeibelemmering van kokkels plaats te vinden. De dichtheden in de verschillende perceelvakken veranderden in de loop van het experiment. Er is een kleine dalende trend van kokkeldichtheden en een stijgende trend van tapijtschelpen (waarschijnlijk uit natuurlijke broedval) te zien. Stroomsnelheid en stroomrichting op 20 cm boven de bodem van het perceel blijken windgedreven te zijn met een maximale gevonden stroomsnelheid van 0.25 m/s (Hiele et al. 2017).




De View-Navigation (VN) pagina's.


De links naar andere pagina's.

Produceert
Consumeeert
Onderdeel van BU_Manipuleren_van_stuurvariabelen_in_veldproeven
Instantie van
Betreft


De pagina's die linken naar deze pagina.

Dit element heeft geen subelementen. Naar dit element wordt niet geconnecteerd.

HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares