Peilbeheer



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result = GVZM Het Grevelingenmeer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result = GVZM Ontwikkeling waterkwaliteit en natuurwaarde van de Grevelingen VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = GVZM Peilbeheer Grevelingen

Result =

End Set VN link


















In de huidige situatie is het Grevelingenmeer een zout meer waarin (beperkte) uitwisseling van water met de Noordzee plaatsvindt via de Brouwerssluis. Het beheer van de Brouwerssluis is gericht op maximale uitwisseling, rekening houdend met het streefpeil van het meer van NAP –0,2 m (Anon. 2013), (Bouma et al. 2008). Vanaf het volledig openzetten van de Brouwerssluis gedurende het gehele jaar zijn vanaf 1999 de inlaat- en spuidebieten iets meer dan verdubbeld van gemiddeld 1255 x106 en –1245x106 m3/jaar naar gemiddeld 2864 x106 en –2688 x106 m3/jaar. De gemiddelde verversingstijd is daarbij afgenomen van 164 naar 72 dagen (Wetsteijn 2011).

Vanaf 2005 wordt rekening gehouden met broedende vogels op de eilanden in het Grevelingenmeer. Het streefpeil wordt in de periode half april – half juli ingesteld op NAP – 0.26 in plaats van NAP – 0.20 m, met grenswaarden van NAP – 0.23 m en NAP – 0.29 m. In juli wordt het streefpeil, verdeeld over enkele dagen, weer op de gebruikelijke NAP – 0.20 m gebracht, afhankelijk van de nog aanwezige kustbroedvogels op dat moment. Ter behoud en vergroting van de zone met zoutwatervegetatie (voorkomen van verruiging en ontzilting) wordt binnen de geldende peilafspraken het waterpeil in de periode september - februari enkele malen ca. 4 cm hoger gebracht (Wetsteijn 2011).

Zie verder: 3.5 Peilregime en peilbesluit in Grevelingen systeemrapportage (Anon. 2020).



Opening Flakkeese spuisluis

Figuur 1: Aanleg van de Flakkeese spuisluis.

In het voorjaar van 2017 is de Flakkeese spuisluis in werking gesteld. Hiermee wordt een verbinding tussen de Oosterschelde en het Grevelingenmeer gerealiseerd. De voortgang van het werk aan de spuisluis wordt weergegeven in de nieuwsbrieven. Het voorgestelde nieuwe sluisbeheer kan de zuurstofcondities in de buurt van de spuisluis verbeteren en daarom positieve gevolgen hebben voor de zuurstofconcentratie nabij de bodem en de aanwezigheid van de verarmde gemeenschappen van mobiele fauna en bodemdieren in het Grevelingenmeer. Zie ook deze timelapsvideo. De mogelijke gevolgen van de ingebruikname zijn in een haalbaarheidsstudie in 2002 reeds onderzocht (Zimmerman 2002).
Een meting met mosselmandjes voorafgaand aan de opening toonde aan dat de zuurstofcondities zodanig waren dat de meeste mosselen in het gebied stierven of nauwelijks groeiden. Deze meting fungeert als referentie om de werking van de spuisluis te beoordelen (Wijsman et al. 2016).
Voor het beschrijven van de effecten op de hydrodynamica en zuurstofgehalte is door het Waterloopkundig laboratorium een modelstudie uitgevoerd (Zijl en Nolte 2006). De effecten op hydrodynamica en waterkwaliteit zijn beschreven voor zoutgehalte, mate van stratificatie en verblijftijd. Daarnaast is door middel van een deskundigenoordeel het risico op zuurstofloosheid ingeschat. In een aanvullende studie zijn de effecten van ingebruikname verder in kaart gebracht waarbij de effecten op de hydrodynamiek en de ecologie nader zijn uitgewerkt (Haas et al. 2006). Een bureaustudie geeft antwoord op de vraag wat het effect zal zijn op vissen die de hevel zullen passeren. Gezien de opbouw en de soortensamenstelling van visstand in het Grevelingenmeer en de Oosterschelde zijn er geen significante effecten op de visstand in beide wateren te verwachten (Vriese en Hop 2015).



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares