Groei en ontwikkeling mosselbank



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result = MMM Litorale mosselbanken VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result = MMM Fenotypische aanpassingen VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result = MMM Aanleg en beheer van litorale mosselbanken VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = MMM Groei en ontwikkeling mosselbank

Result =

End Set VN link













Figuur 1: Luchtfoto ontwikkeling mosselbank [Foto: Edwin Paree]

Eerste experiment: anti-krabrasters, golfbrekers en bevestigingssubstraten

Een eerste experiment (Schotanus et al. 2019?) testte de effectiviteit van drie technische maatregelen om de vestigingsdrempels te verlagen en de overleving van getransplanteerde mosselen te verhogen, namelijk (1) anti-krabrasters om predatiedruk door krabben te verminderen, (2) golfbrekers om hydrodynamische krachten op mosselen te verminderen en (3) bevestigingssubstraten om losraken door krabben of golven te verminderen.

De resultaten van het experiment staan op de pagina Resultaten mosselbankrestauratie in hoogdynamische omgeving.

Zie ook de pagina Aanleg litorale mosselbank.

Algemene uitkomst eerste experiment

Bij de mosselen die op kaal sediment waren geplaatst, was het effect van de anti-krabomheining op de overleving van getransplanteerde mosselen het sterkst. Bovendien creëerde de afrastering onverwacht een kans op vestiging doordat losgeraakte mosselen opgevangen werden. De plaatsing van een complex bevestigingssubstraat, zoals kokosnetten of oesterschelpen, verhoogde de overleving van getransplanteerd mosselzaad aanzienlijk. Tot verbazing van de onderzoekers, en anders dan andere restauratieprojecten (Van Cuong et al. 2015) had het gebruik van golfbrekers geen duidelijke invloed op de lokale hydrodynamische omstandigheden en had het geen significant effect op de algehele mosseloverleving. Helaas kon het gecombineerde effect van een bevestigingssubstraat en bescherming tegen roofkrabben met behulp van een hek op mosseloverleving niet getest worden. Uit het experiment blijkt echter dat beide maatregelen afzonderlijk effectiever waren dan het gebruik van een golfbreker. Bescherming tegen predatie en het aanbieden van een bevestigingssubstraat om de overleving van getransplanteerde mosselen te vergroten zijn dus effectiever dan het veranderen van lokale hydrodynamische omstandigheden. Het gebruik van een combinatie van deze technische maatregelen, die tegelijkertijd meerdere vestigingsdrempels verlagen, kan mogelijk worden gebruikt om een nog grotere kans op vestiging onder zeer dynamische omstandigheden te creëren, waardoor het transplantatiesucces wordt verhoogd (Schotanus et al. 2019?).

Tweede experiment: mosselvallen en kooien

Een tweede experiment bewees dat grootschalige mosseltransplantatie een kunstmatige verlaging van het mosselverliespercentage laat zien door het gebruik van hekken als kunstmatige mosselvangers en zo helpt om het succes van de transplantatie te vergroten. De hekken hebben met succes mosselen opgevangen die door golven waren losgeslagen, wat resulteert in een hogere lokale mosseldichtheid in een bandvormig patroon. Bovendien toonde het kleinschalige kooi-experiment aan dat er een effect van veiligheid in aantallen optreedt dat een belangrijke rol speelt in de persistentie van de mosselen. Mosselen die beschermd waren tegen golfkrachten maar niet tegen roofkrabben hadden een hogere overlevingskans wanneer ze omringd werden door een grotere groep soortgenoten.

De resultaten van het experiment staan op de pagina Resultaten mosselbankrestauratie in hoogdynamische omgeving, tweede experiment

Zie voor de methodiek de pagina Aanleg litorale mosselbank.

Algemene uitkomst tweede experiment

De resultaten van het tweede grote veldexperiment tonen aan dat technische maatregelen die zelf-facilitatie versterken een nuttig hulpmiddel zijn voor restauratie in gebieden waar milieustressoren extreem hoog zijn. Transplantatie van de mosselen in een bandpatroon met hoge dichtheid, zonder enige ondersteuning door technische maatregelen zoals hekken, bleek onvoldoende te zijn om een betere overleving van de mosselen op de lange termijn te garanderen. Bovendien bleek aan het einde van het experiment dat de mosseldichtheid in de buurt van een hek hoger was. Door de ruimtelijke verschillen in mosseldichtheden binnen de proefopzet is de ontwikkeling van de totale mosselbiomassa in de tijd niet berekend. De verschillen in dichtheid wijzen echter op een hogere overleving van mosselen die tussen hekken worden geplaatst. Het kooi-experiment waarbij mosselverliezen door predatie of door golfverplaatsing werden gemeten in plots zonder omringende mosselen of in plots met een lage of hoge mosseldichtheid, toonde aan dat er een effect van veiligheid in aantallen ontstond in plots met een hoge mosseldichtheid. De overleving van de mosselen in kooien die toegankelijk zijn voor roofkrabben, was beduidend hoger wanneer de kooien werden geplaatst in percelen met een hoge mosseldichtheid in vergelijking met de overleving van de mosselen in dezelfde kooien die werden geplaatst in percelen zonder mosselen in de omgeving. Met andere woorden, een hoge mosseldichtheid verdunde de predatiedruk (Bednekoff & Lima 1998; Ray & Stoner 1994; Mauck & Harkless 2001). Dit onderstreept nogmaals het belang van schaalvergroting bij restauratiewerkzaamheden (Bertness & Leonard 1997): mosselbankherstel op te kleine schaal dreigt door predatie te verdwijnen. Dit wordt ook erkend door commerciële mosselkwekers, die streven naar een zo groot mogelijke hoeveelheid op één plek.

Hoewel uit het grootschalige experiment bleek dat de mosselverliezen aanzienlijk lager waren wanneer de mosselen in hoge dichtheden tussen de hekken werden geplaatst, waren de totale verliezen nog steeds hoog. De significante verschillen waren klein en werden slechts tussen twee behandelingen gevonden. Dit wijst op een mogelijke behoefte aan optimalisatie. Een ander punt van zorg is bijvoorbeeld zijn een verhoging van de lokale dichtheid alleen voordelig is tot een bepaalde drempel wordt bereikt waarboven de concurrentie tussen de individuen te groot wordt (Capelle et al. 2016). Dichtheid is een belangrijke drijfveer voor zelforganisatie die leidt tot lokale optimale dichtheden en het faciliteren van de groei en overleving van soortgenoten (Jager de et al. 2017).




HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares