Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result = RP Roggenplaatsuppletie VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result = RP Ontwerpen suppletie Roggenplaat VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = RP Definitief ontwerp Roggenplaatsuppletie

Result =

End Set VN link







Figuur 1: Suppletieontwerp C. (Van der Werf et al. 2016).

Aangezien dit DVD-areaal het belangrijkste criterium is, wordt het robuustere Ontwerp C (zie Tabel 1 en Figuur 1) aan als definitief ontwerp aangewezen (Van der Werf et al. 2016).

Tabel 1 Afwegingskader suppletie-ontwerp C.
Suppletiekenmerken
Vsupl (x106m3) Zb,supl (mNAP) Asupl (ha) suppleties (no) Omtrek (km)
1,32 +0,30/+0,67 231 6 16,5
Type 1 indicatoren: Onderscheidend per variant
Areaal droogvalduur (ha) 0-20% 20-50% 50-80% 80-100%
Referentiejaar (2010) 268 763 606 2
Vlak voor aanleg 283 752 611 3
Na aanleg 283 614 749 3
Doeljaar (2035) 327 644 619 0
Type 2 indicatoren: Neveneffecten
Footprint na aanleg Kwantitatief (ha) 231
Suppletieomtrek (km) 16,5
Deskundigenoordeel en –overwegingen
Oordeel t.a.v. morfologie Dit ontwerp voldoet naar verwachting aan het 50-80% DVD-areaalcriterium in 2035. Het suppletiezand erodeert wat sneller dan bij Ontwerp D, en langzamer dan Ontwerpen A en B.
Oordeel t.a.v. ecologie Dit ontwerp is qua verstoring en hersteltijd vergelijkbaar met de andere ontwerpen. De grotere variatie in droogvalduur, door de verschillende suppletiehoogtes, vergroot mogelijk de biodiversiteit en verhoogt de beschikbare foerageertijd voor vogels in vergelijking met Ontwerpen A en B. Dit effect is minder sterk dan voor Ontwerp D.
Oordeel t.a.v. wijze van aanleg De vier suppletieontwerpen zijn qua kosten niet onderscheidend.

Aanbevelingen

Met betrekking tot de aanleg van de suppletie doen Van der Werf et al. (2016) de volgende aanbevelingen:

  1. Vanuit ecologisch perspectief is het wenselijk om zo dicht mogelijk bij de huidige korrelgrootte te blijven van de Roggenplaat (~100-300 μm).
  2. Bij het opstellen van het bestek is het verstandig om vast te houden aan de opgegeven hoogteligging van de verschillende suppletie-eilanden, met een bepaalde micro- en macrotolerantie. Indien meer of minder zand beschikbaar is door variaties in kuubprijzen dan heeft het de voorkeur om vast te houden aan het vastgestelde areaal en deze afwijking op te vangen in de hoogte. Het is niet wenselijk als een overschot aan zand leidt tot suppleties die hoger liggen dan 1,0 m NAP wat overeenkomt met het niveau van 80% droogvalduur, omdat dit buiten de beoogde doelhoogte valt en dus niet direct bijdraagt aan de doelstellingen van het project.
  3. Priming als proef op te nemen in de uitvoering.



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares