Context VN set links: model = RP Roggenplaatsuppletie
Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext
Model link = RP Roggenplaatsuppletie
Result = OS De Oosterschelde VN, Sedimentsuppletie en oesterriffen VN
End Set VN link
Door de aanleg van de stormvloedkering is er in de Oosterschelde sprake van ‘zandhonger’. Het horizontale getij is afgenomen, waardoor het evenwicht tussen erosie en sedimentatie is verstoord. Bij rustig weer bouwt het intergetijdengebied zich niet meer voldoende op, terwijl er wel afbraak optreedt tijdens stormen. Hierdoor neemt het oppervlak van platen, slikken en schorren in de Oosterschelde af en wordt tevens de droogvalduur van het intergetijdengebied verkort. Dit heeft negatieve gevolgen voor de natuurlijke kwaliteit, recreatiewaarden en veiligheid.
Om na te gaan of de bovengenoemde negatieve effecten van de zandhonger zijn af te remmen of te stoppen heeft het ministerie van Infrastructuur & Milieu en het ministerie van Economische Zaken in 2007 opdracht gegeven aan Rijkswaterstaat om een MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport)-verkenning uit te voeren. Deze MIRT-verkenning (ook wel genoemd: Verkenning Zandhonger) heeft geleid tot vijf pilotsstudies in de Oosterschelde: Veiligheidsbuffer Oesterdam, Proefsuppletie Galgenplaat, Cascadeproef Schelphoek, Pilot Oesterriffen en Duinvoetsuppletie Sophiastrand. Deze studies zijn gestart in 2009 en hebben kennis opgeleverd over het aanpakken van de zandhonger door het suppleren van zand in het intergetijdengebied. Deze zogenaamde ‘voorkeursaanpak’ is bevestigd in het Bestuurlijk Overleg MIRT Zeeland op 13 november 2014 (Coenen, 2011; Helder, 2013).
Een studie naar de autonome negatieve trend (ANT) in de Oosterschelde concludeerde dat het mogelijk is door het in stand houden van de kerngebieden (ongeveer 50% van het totale areaal) om 80 tot 90% van de aantallen steltlopers te behouden. Zandsuppleties en optimalisatie door middel van oesterriffen en dammetjes zijn hiervoor het beste middel. De hoogste prioriteit ligt in het westen (Roggenplaat en Neeltje Jans), gevolgd door het middengebied. Verder bepleiten de auteurs van deze studie voor een gefaseerde aanpak vanwege de te verwachten morfologische en ecologische effecten. Goede monitoring en gedegen onderzoek, met name ook van de T0-situatie, is onontbeerlijk voor een dergelijke gefaseerde aanpak (De Ronde et al. 2013).
Het suppleren van de Roggenplaat is een aanpak die wordt gezien als een Building with Nature-oplossing. De suppletie is op de korte termijn het meest urgent, omdat de plaatoppervlakte snel afneemt. In het eerder genoemde Bestuurlijk Overleg is ervoor gekozen om de Roggenplaat te suppleren in de periode 2017-2018 met 1,65 miljoen m3 zand. De doelstellingen van het project Suppletie Roggenplaat zijn door Rijkswaterstaat als volgt geformuleerd:
Het project Suppletie Roggenplaat kent een drietal fasen: Planfase (2015-2016), Uitvoeringsfase (2017-2018) en Evaluatiefase (2019-2024). De Planfase heeft de volgende onderdelen: Winplaatsenonderzoek, geotechnisch onderzoek, voorkomen van schade aan mosselkweek, T0-monitoring (uitgangssituatie vóór suppletie), variantenstudie, stakeholderinspraak en vergunningaanvraag. Het Centre of Expertise Delta Technology (verder te noemen: CoE-DT) is gevraagd om invulling te geven aan de monitoring en de variantenstudie (Boersema et al. 2015).
Van der Werf et al. (2019) beschrijven hoe de integrale benadering van het ontwerp van de suppleties is uitgevoerd. Ze bestaat uit de volgende stappen: (i) inzicht in de morfologie en de ecologie, (ii) vertaling van de suppletiedoelstelling in een beoordelingskader, (iii) het maken van een geschiktheidskaart die potentiële suppletielocaties aangeeft, (iv) produceren van suppletieontwerpen, (v) morfodynamische numerieke modelsimulaties op korte termijn, (vi) schatting van de langetermijnontwikkeling van de plaat met behulp van een vereenvoudigde benadering, (vii) integrale evaluatie die leidt tot het voorkeursontwerp. Deze integrale aanpak resulteerde in een ontwerp dat naar verwachting voldoet aan de doelstelling van de suppletie van de Roggenplaat, rekening houdend met ecologische, morfologische, economische en technische aspecten. Deze integrale aanpak zou een basis kunnen vormen voor toekomstige ontwerpen voor kustsuppleties in de hele wereld.
Een beschrijving van de historie, de morfologie en de natuurwaarden van de Roggenplaat staat op deze pagina.
Hieronder staat een zogenaamde conceptmap die de verschillende onderdelen van de Roggenplaatproject schematisch weergeven. De onderdelen zijn aan te klikken voor de onderliggende informatie.