Elektriciteit: effecten



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result = VI Waterveiligheid en vitale infrastructuur in Zeeland VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result = VI Effecten overstroming op vitale infrastructuur VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = VI Elektriciteit (E)

Result =

End Set VN link










Ondergrondse elektriciteitskabels zijn waterdicht en niet kwetsbaar bij overstromingen. Bovengrondse assets zoals stations zijn wel kwetsbaar. Binnen elektriciteitsstations kan onderscheid gemaakt worden tussen primaire en secundaire componenten. De primaire componenten zorgen voor het transport van elektrisch vermogen. Secundaire componenten zijn stationsbeveiligingen en regelinstallaties waarmee de beheerder op afstand kan aansturen. Bij overstroming van primaire componenten valt een station uit, bij overstroming van secundaire componenten kan er niet meer geregeld en geschakeld worden. Echter, wanneer secundaire apparatuur overstroomt kan ook de gehele installatie uitvallen als gevolg van een veiligheidsmechanisme of doordat kortsluiting optreedt en onderdelen ongecontroleerd uitvallen (Anon. 2019; Anon. 2017; Pers. Comm. Enduris, 2017).

Kritieke waterdiepte

Tabel 1 geeft een overzicht van kritieke waterdiepten. Transformatoren zijn vloeistofdicht en niet kwetsbaar voor overstromingen. Bij hoofdverdeelstations is de rail het vitale (primaire) onderdeel. De HS rail bevindt zich op minimaal 2,5 meter boven maaiveld [ (Anon. 2017)]. De kritieke onderdelen bevinden zich staand of hangend boven de rail, zoals de isolatoren, vermogensschakelaars en scheiders. De aandrijfkast voor de vermogensschakelaars hangt aan de rail en is spatwaterdicht. De hoogte van deze aandrijfkasten kan per station variëren. Secundaire installaties bevinden zich in het centraal diensten gebouw of in veldhuisjes. Afhankelijk van het station bevinden deze onderdelen zich op 15 cm boven maaiveld (vloerpeil), verhoogd of op een eerste etage. Voor de MS verdeelrekken op de onderstations geldt een kritieke waterdiepte van 60 centimeter, en secundaire componenten bevinden zich op vloerpeil (Anon. 2017; Pers. Comm. Enduris, 2017).


Tabel 1: Kritieke waterdiepte per type station [ (Anon. 2017;] Pers. Comm. Enduris 2017).
Asset Functie Aantal in dijkring 31 Kritieke waterdiepte Uitval primaire installaties
primair secundair nee onzeker ja
Hoofdverdeelstation HS verdeelrek/rail Voorziening hoogspanning 2 250 cm 15 cm <230 230-270 >270
Hoofdverdeelstation MS verdeelrek Voorziening middenspanning 2 60 cm 15 cm <40 40-80 >80
MS Schakelstation Koppelt MS-distributienet aan het MS-transportnet 4 60 cm 15 cm <40 40-80 >80
MS-verdeelkast Voorziening middenspanning 7 70 cm nvt <50 50-90 >90
Distributiestation MS verdeelrek Transformatie en voorziening middenspanning 280 62-115 cm nvt <42 42-135 >135
Distributiestation LS-verdeelkast Transformatie en voorziening laagspanning 277 35-80 cm nvt <15 15-100 >100
LS-verdeelkast Voorziening laagspanning 207 0-50 cm nvt <0 0-70 >70


Vanwege vertrouwelijke data is de kritieke hoogte en dus ook de verdeling van uitval in deze factsheet als bandbreedte weergegeven. In de analyse zijn assets getoetst op basis van de specifieke kritieke waterdiepte.

In de MS-schakelstations bevinden primaire componenten zich op 60 cm boven maaiveld of hoger en secundaire componenten op vloerpeil. MS verdeelkasten en distributiestations hebben geen secundaire componenten. Het verdeelrek bevindt zich in deze stations op minimaal 60 cm hoogte (Anon. 2017; Pers. Comm. Enduris, 2017). Er worden geen kritieke waterhoogten verondersteld voor de kabels van het MS en LS net omdat deze ondergronds liggen. Contact met zout water kan ertoe leiden dat installatieonderdelen (waaronder eindsluitingen van kabels) na een overstroming toch vervangen moeten worden. (Anon. 2017; Anon. 2011).

Uitval van assets bij toetspeil

De kwetsbaarheidsanalyse is uitgevoerd voor dijkdoorbraken bij toetspeil. Hiermee zijn waterdiepten en uitval geanalyseerd voor assets in dijkring 31. Op basis van het type netspanning en de kwetsbaarheid van primaire en secundaire componenten zijn een aantal clusters van overstromingsscenario’s te onderscheiden (zie tabel 2 en 3).

Voor de twee hoofdverdeelstations geldt het volgende:

  • Dijkdoorbraken bij Breedsendijk en Yerseke Moer leiden beide tot uitval van HVS Kruiningen. De waterdiepte op het terrein van het HVS bedraagt respectievelijk 3,09 en 3,26 meter, en is daarmee hoger dan de kritieke waterdiepte van 2,5 meter voor de HS rail. Het station Rilland wordt in geen van de TP doorbraakscenario’s getroffen.
  • In Scenario’s Oost Inkelenpolder en Kaarspolder valt er 1 HVS uit (50%), bij de uitval bij één MS primair en secundaire kritieke waterdiepte. Dezelfde HSV valt uit bij de HS secundair kritieke waterdiepte.
  • Onzeker is de uitval van een HVS bij MS secundair kritieke waterdiepte bij het scenario Kruiningenpolder. De volgende 11 scenario’s, Stroopolder, Tweede Bathpolder, Schoreburg, Waardepolder Oost en West, Bathpolder, Emanuelpolder, Reigerbergschepolder, Oostpolder, Westveerpolder en Zimmermanpolder leiden tot geen uitval.

Voor de MS en LS assets (tabel 3) zijn vijf clusters te onderscheiden. Het is opmerkelijk dat geen enkele van MS-verdeelkasten uitvalt. De vijf clusters zijn in volgorde van afnemende impact:

  • Stroopolder en Tweede Bathpolder: twee van de vier schakelstations vallen uit (50%) en ongeveer 10% van de distributiestations en 20% van de LS-verdeelkasten.
  • Oost Inkelenpolder: één van de vier schakelstations valt uit (25%) en ongeveer 40% van de distributiestations en 50% van de LS-verdeelkasten.
  • Acht scenario’s, van Kruiningenpolder tot Emanuelpolder: één van de vier schakelstations valt uit (25%) en ongeveer 20-30% van de distributiestations en 30-40% van de LS-verdeelkasten.
  • Vier scenario’s, van Reigerbergschepolder tot Zimmermanpolder: één van de vier schakelstations valt uit (25%) en ongeveer 5-15% van distributiestations en 15-25% van de LS-verdeelkasten.
  • Zes scenario’s, van Yerseke tot Karelpolder: er vallen geen schakelstations uit, wel ongeveer 0-10% van de distributiestations en 0-15% van de LS-verdeelkasten.
Tabel 2 analyse assets categorie hoofdstructuur
Tabel 3 analyse assets categorie onder structuur

Conclusies

Voor alle assets uit de elektriciteitsvoorziening in Reimerswaal is bepaald welke uitvallen als gevolg van dijkdoorbraken in dijkring 31 bij toetspeil. De assets die het hoogst in de hiërarchie staan, de twee hoofdverdeelstations (hoogspanning) en vier schakelstations (middenspanning), vallen uit in 25 of 50% per type. Assets die lager in de hiërarchie staan hebben mogelijk een uitval tot maximaal 54%. Afhankelijk van de locatie van doorbraak (enkelvoudig) zijn de volgende percentages van uitval:

  • De HVS stations (zowel HS als MS deel, primair en secundair) vallen uit in 4 van de 23 scenario’s (17%). Het gaat om HVS Kruiningen en 2 scenario’s zijn bressen vanuit de Oosterschelde, 1 vanuit de Westerschelde en 1 vanuit Kanaal door Zuid-Beveland.
  • In 15 van de 23 scenario’s (65%) vallen schakelstations uit, waarvan 35% Westerschelde-, 17% Oosterschelde- en 13% Kanaal door Zuid-Beveland scenario’s.
  • De MS en LS assets hebben een uitval van 8 scenario’s vanuit de Wester- en Oosterschelde, 3 vanuit het Kanaal door Zuid-Beveland, respectievelijk 35% en 13%.



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares