Keren en beheren: effecten


Context VN set links: model = VI Keren en beheren (E)


Set VN link, Property name = Supercontext, Property VN name = Supercontext

Model link = VI Keren en beheren (E)

Result =

End Set VN link






In Reimerswaal staan vijf CAW-systemen waarvan de kleinste 40 m3 per seconden. Vier grote gemalen met CAW-systeem hebben een pompcapaciteit van meer dan 50 m3 per minuut. Deze vier hebben een CAW-systeem in een bedieningsgebouw. De overige gemalen zijn kleine gemalen met soms een CAW-systeem in een bedieningsgebouw, maar vaak een buiten-opstellingskast die kwetsbaar is bij een overstroming. Naast de assets in dijkring 31, staan het grote poldergemaal Schore nabij Schore in dijkring 30 en gemaal Hogerwaard staat in dijkring 33. Deze twee gemalen staan binnen de grenzen van Reimerswaal maar zijn niet in de analyse meegenomen. In figuur 1 staan de locaties van 11 gemalen binnen dijkring 31 op kaart weergegeven.

Figuur 1: Overzicht gemalen in Reimerswaal

Resultaten

Tabel 1 geeft een overzicht van de kritieke waterdiepten voor uitval van de vier grote gemalen met CAW-systeem. In de analyse is vervolgens bepaald welke van de elf gemalen binnen dijkring 31 uitvallen of onzeker zijn, daarin is met een onzekerheidsmarge van 20 cm gerekend. Deze marge geld 20 cm onder- en boven de kritieke waterdiepte. Dit resulteert in drie categorieën voor uitval aangegeven met de kleuren groen (geen uitval), oranje (onzeker) en rood (uitval).

Tabel 1: Overzicht van de gemalen en de kritieke waterdiepte in cm
Asset Functie Kritieke waterdiepte Uitval
nee onzeker ja
Gemalen Polder/Inlaat gemaal 30 cm <10 10-50 >50

De uitval van gemalen per breslocatie kan worden ingedeeld in vier clusters (zie figuur 2). Het eerste cluster met scenario’s Bathpolder, Reigerbergschepolder en Waardepolder West heeft een uitval van 5-6 gemalen (45%-55%). Het tweede cluster van Waardepolder Oost tot en met Stroopolder heeft uitval van 2-3 gemalen (18%-27%). Het derde cluster met Oostpolder tot en met Kaarspolder kent een uitval van 1 gemaal (9%) en het laatste cluster heeft geen uitval, of een mogelijke uitval van 1 gemaal. De meeste gemalen vallen uit in scenario’s vanuit de Westerschelde: 7 van de 10 scenario’s met de hoogste uitval van gemalen zijn Westerschelde scenario’s, tegen 1 vanuit de Oosterschelde en 1 vanuit Kanaal door Zuid-Beveland.

Uit Tabel 2 is af te leiden dat ondanks de verhoogde ligging van het CAW-systeem in een bedieningsgebouw, de grote poldergemalen de grootste kans tot uitval hebben. Deze ontwateringsgemalen vallen in ongeveer een derde van de scenario’s uit. Gemaal Joh. Glerum valt uit in 8 van de 23 scenario’s, Gemaal Waarde valt uit in 7 en Gemaal De Moer heeft een uitval bij 6 scenario’s. De kleine poldergemalen met pompcapaciteit van minder dan 50 m3 per minuut hebben een beduidend lagere kans tot uitval.

Mogelijk uitval van de twee sluizen die aanwezig zijn in Reimerswaal is behandeld op de pagina Transport, onderdeel vaarwegen.


Figuur 2: Uitval van gemalen bij 23 overstromingsscenario’s in dijkring 31
Tabel 2: Uitval van gemalen binnen dijkring 31
Gemaal Gemaal capaciteit in m3/min Uitval Uitval % Onzeker Onzeker %
Gemaal Joh. Glerum 191 8 35% 2 9%
Gemaal Waarde 148 7 30% 3 13%
Gemaal De Moer 132 6 26% 0 0%
Gemaal Vinkenissekreek, A58-zuid - 5 22% 1 4%
Gemaal Vinkenissekreek, Oude Rijksweg - 5 22% 2 9%
Gemaal Vinkenissekreek, A58-noord - 4 17% 1 4%
Gemaal Valckenisseweg - 2 9% 0 0%
Gemaal De Poort - 2 9% 0 0%
Gemaal J.A. van der Graaf 36 2 9% 5 22%
Gemaal Zuidhof 11 0 0% 1 4%
Gemaal Rilland 27 0 0% 0 0%

Conclusie

De veiligheid in Zeeland is vergroot sinds de nieuwe normering die in 2017 is ingezet. De veiligheidsnormen voor overstroming van de primaire keringen is van 1:4000 per jaar naar normen voor drie trajecten verschoven (de bij wet bepaalde ondergrens): het traject langs de Westerschelde heeft een kans van 1:10.000 per jaar, het traject langs de Oosterschelde een kans van 1:3000 per jaar en het traject langs het Schelde-Rijnkanaal een kans van 1:100 per jaar.

Van de primaire keringen in Zuid-Beveland Oost langs de Oosterschelde staat voor 2020 een lengte van 4,9 km kering in de planning voor vernieuwing aldus de nieuwste Hoogwaterbeschermingsprogramma (2018).

Regionale keringen hebben invloed op zowel de grootte van het overstroomde gebied en op de hoogte van de waterdiepte binnen de het overstroomde compartiment. Het eerste compartiment waar de bres ligt kan rond de 1,5 m hogere waterdiepten hebben in het geval van gesloten regionale keringen vergeleken met open regionale keringen. Uitval van vitale assets kan hierdoor in de gebieden om het compartiment heen beperkt blijven. De Provincie Zeeland heeft onderzoek lopen naar de standzekerheid van regionale keringen.

Het uitval aan gemalen per scenario kan worden ingedeeld in vier sectoren (zie tabel 1). De eerste sector met scenario’s Bathpolder, Reigerbergschepolder en Waardepolder West heeft een uitval van 6 of 5 gemalen (55%-45%). De tweede sector met 9 scenario’s van Waardepolder Oost tot en met Stroopolder heeft 3 of 2 uitval (27%-18%). De derde sector met 5 scenario’s bestaande uit Oostpolder tot en met Kaarspolder heeft 1 gemaal uitval (9%) en de laatste sector heeft geen uitval maar wel mogelijk 1 onzeker. De meeste gemalen vallen uit in scenario’s vanuit de Westerschelde: 7 van de 10 scenario’s met de meeste uitval zijn Westerschelde scenario’s, tegen 1 vanuit de Oosterschelde en 1 vanuit Kanaal door Zuid-Beveland.

Van de gemalen zijn Joh. Glerum en Waarde het meest kwetsbaar voor overstromingen. Zoals in figuur 2 is te zien vallen zij in respectievelijk 35% en 30% van de scenario’s uit. De gemalen Moer, Vinkenissekreek A58 Zuid, Vinkennissekreek Oude Rijksweg vallen in 17% tot 26% van de scenario’s uit. Ten aanzien van het gemaal J.A. van der Graaff is er de grootste onzekerheid rondom uitval. Bij 5 van de 23 scenario’s valt dit binnen de onzekerheidsmarges.



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares