Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context
Model link = VM Peilfluctuaties
Result = VM Het Veerse Meer VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces
Model link = VM Peilfluctuaties
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes
Model link = VM Peilfluctuaties
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of
Model link = VM Peilfluctuaties
Result = VM Ecologie Veerse Meer na ingebruikname doorlaat VN, VM Ecologie Veerse Meer voor ingebruikname doorlaat VN
End Set VN link
Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of
Model link = VM Peilfluctuaties
Result =
End Set VN link
Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns
Model link = VM Peilfluctuaties
Result =
End Set VN link
Om het lage winterpeil van –0,7 m NAP op het zomerpeil te brengen dat gelijk is aan NAP, werd er in april via de schutsluis in de Zandkreekdam Oosterscheldewater het Veerse Meer binnengelaten. De peilfluctuaties die daardoor optraden zijn in figuur 1. Te zien. De kleinere variaties rond het streefpeil zijn het gevolg van perioden met veel neerslag wanneer de gemalen het overtollig polderwater loosden (Holland et al. 2004).
De werking van het doorlaatmiddel had een positief effect op de waterkwaliteit en het ecologisch functioneren, maar had niet het probleem van het onnatuurlijke peilbeheer opgelost (VenW 2007). De wens was om de ecologische en recreatieve functies van het meer te verbeteren. De wateruitwisseling met de Oosterschelde was in de winter niet optimaal, omdat de capaciteit van de doorlaat groter is bij een hoger peil in het Veerse Meer. Door het ’s winters droogvallen van de oeverzone tussen zomer- en winterpeil kon de vegetatie en het bodemleven zich niet goed ontwikkelen. Daarnaast is er nog steeds sprake van een beperkte bereikbaarheid van jachthavens en aanlegvoorzieningen en een beperkte bevaarbaarheid van het meer bij winterpeil voor schepen met een grote diepgang. Daarom is besloten het peilbeheer aan te passen vanaf 2008. Het peilbeheer is vanaf oktober 2008 met twee stappen aangepast naar een zomerpeil tussen NAP en NAP-0,10m en een winterpeil tussen NAP-0,20m en NAP-0,40m (Tabel 1). Het doel van deze variant is het verbeteren van het ecologisch functioneren, het verbeteren van natuur- en recreatiewaarden, het optimaliseren van waterbeheersing bij extreme situaties en het tegemoetkomen aan landbouwbelangen (Projectgroep MER Peilbesluit Veerse Meer 2007). Om het peilbeheer te wijzigen is het nemen van een nieuw peilbesluit noodzakelijk. In de peilbesluitprocedure worden de effecten, ofwel de voor- en nadelen van een gewijzigd peilbeheer in beeld gebracht. Bij een beoogde peilverandering van meer dan 16 cm is het volgen van een m.e.r.-procedure (milieueffectrapportage) verplicht. Voorafgaand aan het peilbesluit is er daarom eerst een milieueffectrapport (MER) opgesteld (Anon. 2007). In het peilbeheer wordt ook rekening gehouden verzoeken van derden (met name tijdens schieraaltrek) om het spuien/inlaten tijdelijk te staken (RWS 2006).
Sinds de ingebruikname van het doorlaatmiddel kent het Veerse Meer weer een beperkte getijdeslag. De dagelijkse variatie van de waterstand door uitwisseling met de Oosterschelde via de Katse Heule is te zien in Figuur 1. Hiervoor is een willekeurige periode in 2013 gekozen. Het getoonde winterpeil betreft dus de situatie na uitvoering van het peilbesluit. De typische dagelijkse variatie is circa 8 cm bij zomerpeil en 6 cm bij winterpeil.
Sluiting Zandkreekdam | 1960 |
Sluiting Veerse Gatdam | 1961 |
Doorlaatmiddel Katse Heule in gebruik | juni 2004 |
Verhoging winterpeil (van NAP-0,6 m naar NAP -0,5m) | November 2008 |
Verhoging winterpeil (naar NAP -0,4m) | oktober 2010 |
Verhoging winterpeil (naar NAP -0,3m) | November 2011 |