Veiligheidseisen faalmechanismen



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result = Groene Dollarddijk VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result = Ontwerpen Groene Dollarddijk VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Veiligheidseisen faalmechanismen

Result =

End Set VN link










Overloop/golfoverslag

De toelaatbare kans op overbelasting door golfoverslag bedraagt P overbelasting ≤ norm (5,0. 10-4 per jaar) bij een gemiddeld overslagcriterium van q = 1,0 l/s.m. Daarbij is de toelaatbare kans op overbelasting gelijk aan de in de Waterwet voor dijkring 6 vastgestelde veiligheidsnorm.

Macro-instabiliteit binnenwaarts

De stabiliteitsfactoren en de bijbehorende bermdimensies zijn berekend met het model DAM-1.0 (Dijksterkte Analyse Module). In DAM (Dijksterkte Analyse Module) verloopt het rekenproces in meerdere iteratiestappen, waarbij in elke stap als bermhoogte de helft van het hoogteverschil tussen de kruin en het binnenmaaiveld wordt aangenomen en waarbij in elke stap ook de bermbreedte wordt aangepast totdat aan de vereiste evenwichtsfactor wordt voldaan. Voor de bepaling van de partiële veiligheidsfactoren is uitgegaan van de methode in het Addendum bij Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies en de Technisch rapport Grondmechanisch schematiseren bij dijken. Dit levert de volgende partiële veiligheidsfactoren op:

  • Schematiseringsfactor: γb = 1,1.
  • Modelfactor: γd = 1,00 (geen opdrijven, methode Bishop) of 1,05 (wel opdrijven, methode UpliftVan).
  • Materiaalfactoren γm: conform Tabel 5.3.1. In Addendum bij Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies.
  • Schadefactor: γn: toelaatbare kans op lokale instabiliteit pinst,loc= 6,1e-07 (0,24% norm), vereiste

betrouwbaarheidsindex β = 4,85 of γn= 1,11. De modelfactor en de materiaalfactoren worden impliciet in het rekenmodel verdisconteerd. De schematiseringsfactor en de schadefactor worden expliciet in rekening gebracht. Dit houdt in dat de met het model berekende evenwichtsfactor Fs moeten voldoen aan de volgende waarden:

  • Fs = 1,28 voor de situatie zonder opdrijven.
  • Fs = 1,22 voor de situatie met opdrijven.

Piping

Figuur 1: Ligging van het intreepunt en het uittreepunt en de kwelweglengte (TAW 1999)


De kwelweglengten zijn bepaald aan de hand van de dwarsprofielen van de bestaande dijk en de ontwerpprofielen van de Traditionele Dijk en de Groene Dollard Dijk. Daarbij is het intreepunt aan de zeezijde aangenomen bij de buitenteen of bij de bodem van de buitendijkse kwelsloot en het uittreepunt aan de landzijde bij de binnenteen of bij de bodem van de binnendijkse watergang (zie Figuur 1) De benodigde kwelweglengte is berekend met de methode Sellmeijer uit het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen.



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares