Ontwikkeling zeegras



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result = Zeegras Verplaatsen van zeegras VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = Zeegras ontwikkeling zeegras

Result =

End Set VN link







Het is belangrijk om de ontwikkeling van het zeegras te volgen door middel van een monitoringsprogramma. Het transplantatieproject van zeegras in de Oosterschelde laat een wisselend resultaat zien. Van 2007-2012 is ongeveer 2,800 m2 klein zeegras verplaatst van donorlocaties Viane West en Viane Oost (beide Schouwen-Duiveland), Krabbenkreek Noord (St. Philipsland) en Goese Sas (Zuid Beveland) naar tien mitigatielocaties gelegen te Viane Oost (Schouwen-Duiveland), Krabbenkreek Zuid en Dortsman Noord (beide Tholen), Krabbenkreek Noord (St. Philipsland), en Roelshoek (Zuid Beveland). In augustus-september 2013 waren nog vele tientallen vierkante meters zeegras aanwezig op vier mitigatielocaties en is er sprake van 345 m² terugroei van zeegras in de met schelpen behandelde werkstroken. Daarnaast is er in september-oktober 2013 in totaal 2680 m2 aan uitzaaiingen op Roelshoek gemeten.

Netto is er in 2013 op de donor- en mitigatielocaties samen meer klein zeegras aanwezig dan is weggehaald door de mitigatiewerkzaamheden.

Wel monitoren

Bij het monitoren van aanplanten van klein zeegras heeft het vooral zin om aantallen scheuten, omtrek, uitgroei, volwassen wadpieren, ganzenkuilen (ondiepe kuilen waar het zeegras is verdwenen als gevolg van vraat door ganzen), zetmeelgehaltes van de rhizomen en uitzaaiingen te meten, aangezien deze parameters de meeste informatie geven over de conditie van de aanplant. Macroalgen moeten in grote lijnen gemonitord worden omdat een grote bedekking schade aan kan richten. Monitoring van bloeischeuten is incidenteel wel nuttig, bijv. bij het verklaren van uitzaaiingen.

Niet monitoren

Het monitoren van epifyten, wadslakjes, alikruiken, (strand-)krabben, schelpenbedekking (van oppervlakte), waterbedekking van aanplant, en C:N concentraties/ verhoudingen in het blad is niet zinvol gebleken en kunnen achterwege blijven. Deze parameters blijken niet of amper gecorreleerd aan de conditie van het zeegras en hebben weinig nut voor aan zeegrasmitigaties-gerelateerde monitoring.

Sulfide is een stressor die de gezondheid en de uitbereiding van het zeegras sterk negatief beïnvloedt. Echter, sulfideconcentraties in het sediment kunnen plaatselijk sterk verschillen, en daarom is het van minder belang om sulfide te monitoren.

Chemische parameters zoals ammonium, nitraat en fosfaat liggen over het algemeen in de Oosterschelde allemaal binnen normale grenzen en zijn niet stresserend of limiterend voor klein zeegras. Het monitoren van deze bij toekomstige aanplanten lijkt daarom minder zinvol, tenzij er structurele veranderingen optreden in de Oosterschelde of aanplanten worden uitgevoerd in de nabijheid van uitlaten.

De sedimentsamenstelling (korrelgrootteverdeling en % organisch C) van de verschillende transplantaties is niet sterk verschillend en/of dynamisch gebleken binnen locaties en in de tijd. Een voorspellende factor is het daarmee niet, maar het meten van de sedimentsamenstelling is altijd van belang bij het karakteriseren van donor- en ontvangende locaties en het meten van sedimenteffecten van zeegrasbevorderende maatregelen, zoals de in de Oosterschelde gebruikte bioturbatiereducerende schelpenlaag.

Aanvullende maatregelen

De graasdruk van ganzen is plaatselijk hoog, en kan net te veel zijn voor het zeegras. Met een kleine moeite (linten aan palen) blijkt de vraat van ganzen eenvoudig teruggebracht te kunnen worden. Men kan dit in de eerste 1-2 jaar na aanplant toepassen.



HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares