De productie die wordt behaald is afhankelijk van het weer. Wanneer er weinig bewolking is, groeien de algen harder, dus kan er sneller geoogst worden. Daarnaast zorgen langere dagen in de zomer voor meer productie. De najaars- en winterperiode worden gekenmerkt door minder lichtinstraling. Eventuele besmettingen (schimmels, bacteriën, zoöplankton) hebben geen last van de lagere lichtinstraling. In verhouding groeit de besmetting dan dus harder t.o.v. zonnige/langere dagen, waardoor de algenculturen kwetsbaarder zijn. Algenkweek is in de eerste plaats afhankelijk van licht, en dat correleert uiteraard met temperatuur in de loop der seizoenen. Andere soorten zullen tot bloei komen wanneer licht en temperatuur veranderen.
Zie ook
- BA Onderzoek van vier kweekmethoden
- Tussenrapportage proeflocatie Zeeland Aquacultuur 2012
- Eindrapportage Zeeland Aquacultuur def.pdf
- Waterkwaliteit en ecologie Veerse Meer: het tij is gekeerd, Eerste evaluatie van de veranderingen na de ingebruikname van de 'Katse Heule' op basis van waarnemingen juni 2004- juni 2006
- Eindverslag Proefproject Zeeuwse Tong - IMARES Schelpdieren
- Synthese perspectief binnendijkse kweek
- Indicatoren voor groeilimitatie bij buitenkweek van microalgen, onderzoek naar het effect van licht- en nutriënt limitatie op mogelijke indicatoren voor groeilimitatie bij Skeletonema costatum
- Binnendijkse kokkelkweek
- Van de regen in de drup? Verkenning van de mogelijke effecten van klimaatverandering op de Nederlandse mariene ecosystemen
- Ecologisch onderzoek Getij Grevelingen
