Ontwikkeling van de vispopulatie



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result = GVZM Het Grevelingenmeer VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result = GVZM In stand houden natuur VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = GVZM Ontwikkeling van de vispopulatie

Result =

End Set VN link















Voor de afsluiting was de Grevelingen een estuarium waar Rijn- en Maaswater zich mengden met Noordzeewater. Er bestond een geleidelijke gradiënt van zoet naar zout en een vrije doorgang tussen zee en achterland. Dit estuarium vormde een overgangszone voor diadrome vissen die migreren tussen zoet en zout water om zich voort te planten. Voorbeelden hiervan zijn fint, bot, zee- en rivierprik. Daarnaast was het estuarium een habitat voor typisch estuariene soorten zoals zeenaald, spiering en harnasmannetje (Van der Linden, 2006).

In 1964 werd de Grevelingen afgesloten van het zoete water door de aanleg van de Grevelingendam die een onoverkomelijke barrière vormde voor diadrome vissen. Het visbestand veranderde en werd steeds meer vergelijkbaar met dat van de Oosterschelde. In 1971 werd de Grevelingen door de aanleg van de Brouwersdam afgesloten van de Noordzee en daarmee een stagnant zoutwatermeer. Doordat het meer alleen nog maar gevoed werd door zoet polder- en regenwater trad er verzoeting op. Estuariene soorten zoals pitvis, zeebaars, tong en geep verdwenen en het aantal soorten dat gevangen werd met boomkorbemonsteringen liep terug van 31 naar 21 (Meijer, 1995). Na de aanleg en de ingebruikname van de Brouwerssluis in 1978 stond de sluis het gehele jaar 1979 open en nam het aantal soorten gevangen met boomkorbemonsteringen weer toe naar 26. Vanaf 1980 stond de schuif alleen in de winter open en daalde het aantal soorten weer. Met boomkorbemonsteringen werden 18 tot 22 soorten gevangen (Wetsteijn 2011).

In de huidige situatie wordt de visstand gekenmerkt door redelijke aantallen maar een lage biomassa doordat het vooral kleine vissen betreft. Sinds de opening van de Flakkeese spuisluis (voorjaar 2017) wordt aangegeven dat het aantal soorten in de directe omgeving licht is toegenomen op basis van onderzoek in 2017 (Tangelder et al. 2019).

Figuur 1: Biomassa in kg/ha voor de bij de boomkorbemonstering zeven meest aangetroffen vissoorten in het Grevelingenmeer in het winterhalfjaar 2007-2008 (Wetsteijn 2011).

In de periode na 1980 werd een monitoringsprogramma voor vis gestart, waarbij ook vangsten met fuiken en waarnemingen door duikers werden geregistreerd. Dit gaf een totaalbeeld van het aantal soorten in het Grevelingenmeer. Het aantal soorten varieerde in de periode 1980 tot 1989 tussen de 44 en de 51 soorten per jaar. Over de gehele periode werden 58 vissoorten gevangen. Er werden bijna anderhalf keer meer soorten waargenomen dichtbij de Brouwerssluis dan in het oostelijke deel van het meer. Sinds 1999 is de sluis in de Brouwersdam jaarrond opengezet, met uitzondering van de 30 dagen tussen september en december ten behoeve van de palingvisserij. Vanaf 2006 echter staat de spuisluis jaarrond open en kan de schieraal naar zee trekken om zich voort te planten. Vanaf 2009 mag er tijdens de trek van schieraal niet meer op paling gevist worden (Wetsteijn 2011).

In 2016 is een visstandsbemonstering uitgevoerd van zowel de bodembewonende als de pelagische soorten. In totaal zijn er 21 soorten aangetroffen. De visstandbemonstering is in november uitgevoerd, waarmee vooral de standvissen en de wintergasten in beeld zijn gebracht. (Hop 2017).
Rijkswaterstaat Zee en Delta heeft een monitoringsplan laten opstellen die beoogt een complete beeld van de visstand te verkrijgen en waarmee de effecten van de Flakkeese spuisluis en de vergrote opening in de Brouwersdam wordt gemeten (Hop en Vriese 2016).


.

Verbetering visstand

Ter Harmsel et al. (2016) hebben een inventarisatie gemaakt waarin de mogelijkheden worden verkend om de vismigratie naar en vanuit het Grevelingenmeer te verbeteren. Behalve via de opening in de Brouwersdam zijn de overige mogelijkheden zeer beperkt.

Meer informatie

Zie voor de laatste gegevens: Grevelingen systeemrapportage (Anon. 2020):



Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares