OS Ontwerpen van dijken en vooroevers | |
---|---|
Context | OS De Oosterschelde |
Decompositie type | IOR |
Activity
De erosie van het intergetijdengebied heeft vooral effect op de golfhoogten in de Oosterschelde. Hoe lager de platen en de vooroevers, hoe hoger de golven en dus de golfklappen op de bekleding en de golfoploop op het dijktalud zullen zijn. Door de effecten van deze hogere golven komt de veiligheid in het geding. In 1996 werden hydraulische randvoorwaarden vastgesteld voor de toetsing van de primaire waterkeringen in de Oosterschelde op basis van de waargenomen bodemveranderingen en jongste inzichten in hydrodynamische ontwikkelingen. Waar de waterkeringen niet sterk genoeg waren om deze randvoorwaarden te weerstaan, heeft vanaf 1997 het projectbureau Zeeweringen van Rijkswaterstaat en Waterschap Scheldestromen dijkverzwaringen uitgevoerd aan de Oosterscheldedijken. De nieuwe bekledingen zijn ontworpen met een levensduur van ca. 50 jaar. De investeringen in de dijkverzwaringen, ca. 800 miljoen euro, zijn dus rond 2060 afgeschreven.
Klimaatverandering en de daarmee samenhangende zeespiegelstijging, extremere stormen en hogere piekafvoeren van de rivieren leiden tot nieuwe opgaven voor kustverdediging in de Zuidwestelijke Delta. Deze ontwikkelingen vragen om flexibele en robuuste waterkeringen die veilig zijn maar ook mogelijkheden bieden voor aanpassingen (adaptief beheer). Kansen voor alternatieve waterkeringen in de Oosterschelde zijn met name de inlagen, toepassing van oesterriffen en nieuwe dijken zoals klimaatdijk, duindijk en rijke dijk. Oesterriffen moeten echter hun werking nog bewijzen. Door een sedimenttekort in de Oosterschelde en de relatief lage sedimentlading van het water hebben sedimentatiegebieden weinig potentie, doordat ze niet genoeg sediment zullen ontvangen om de zeespiegelstijging bij te houden (Tangelder en Ysebaert 2012), (Tangelder et al. 2013).
Deltares heeft een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uitgevoerd van twee alternatieve dijkversterkingsprojecten, namelijk die van de zandsuppletie Oesterdam en suppletie Sophiastrand. Uit deze MKBA blijkt dat deze zandsuppleties een economisch en maatschappelijk hoger rendement hebben dan meer gebruikelijke manieren van dijkversterking. De belangrijkste factoren die in deze studie zorgen voor een positief rendement zijn: lagere totale kosten (uitvoeringskosten en het beheer en onderhoud), toename van het intergetijdengebied en positief effect op de recreatiemogelijkheden (Schasfoort en De Bel 2014).
Naast fundamentele aanpassingen in dijkconcepten zijn er ook mogelijkheden om de natuurlijkheid van bestaande dijken te verhogen. In het gebied van de Oosterschelde zijn er twee onderzoeksprojecten uitgevoerd op dit gebied:
De View-Navigation (VN) pagina's.
De links naar andere pagina's.
Produceert | |
---|---|
Consumeeert | |
Onderdeel van | OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken |
Instantie van | |
Betreft |
De pagina's die linken naar deze pagina.
Dit element heeft geen subelementen.
Komt van | Type | Connectie type | Conditie | Waarde | Opmerkingen |
---|---|---|---|---|---|
OS Erosie van platen en slikken | Contributes | + |