De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken



Set VN link, Property name = Context, Property VN name = Context

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result = OS De Oosterschelde VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Produces, Property VN name = Produces

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result = OS Ecosysteemdiensten VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Consumes, Property VN name = Consumes

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result = ZWD Plannen en onderzoeken over de ZW-Delta VN

End Set VN link


Set VN link, Property name = Part of, Property VN name = Part of

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Instance of, Property VN name = Instance of

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result =

End Set VN link


Set VN link, Property name = Concerns, Property VN name = Concerns

Model link = OS De ontwikkeling van het watersysteem na aanleg Oosterscheldewerken

Result =

End Set VN link


















Figuur 1: De Oosterscheldekering gezien vanuit het zuiden. Op de achtergrond het voormalige werkeiland Neeltje Jans en daarachter de kust van Schouwen (foto: Beeldbank Rijkswaterstaat/Rens Jacobs).

In 1986 is als sluitstuk van de Deltawerken de Oosterscheldekering gereedgekomen. In dezelfde periode zijn de twee compartimenteringsdammen Philipsdam (1987) en Oesterdam (1986) afgesloten met als een van de doelen het kombergingsgebied te verkleinen en aldus het getijverschil voldoende groot te houden. Het eindresultaat is een Oosterscheldebekken met een 10 % gereduceerd getijverschil en een 30 % gereduceerd getijvolume (Van Zanten en Adriaanse 2008).

Tabel 1 geeft de belangrijkste verschillen in de hydrodynamiek van het watersysteem Oosterschelde weer voor en na de bouw van de Deltawerken.

Tabel 1: Belangrijkste veranderingen in het watersysteem van de Oosterschelde door de bouw van de Deltawerken (Geurts van Kessel 2004).
Voor de Oosterscheldewerken Na de Oosterscheldewerken
Totaal oppervlak (km2) 452 351
Wateroppervlak (km2) 362 304
Oppervlakte intertijdegebied (km2) 183 118
Gemiddeld getijslag (m) 3,70 3,25
Maximale stroomsnelheid (ms-1) 1,5 1,0
Verblijftijd (d) 5-25 (west) 75-100 (oost) 10-50 (west) 150-200 (oost)
Getijvolume (106m3) 1230 880
Zoetwateraanvoer rivieren (m3s-1) 50-100 10
Zoutgehalte (%Cl-) 16,9 (west) 15,4 (oost) 17,1 (west) 16,7 (oost)

Schets van het probleem

Voor de aanleg van de stormvloedkering was de Oosterschelde een systeem met een grote dynamiek waardoor de grootte en de vorm van de platen en slikken voortdurend veranderden. Oude kaarten illustreren dit proces op een treffende wijze (Anon. 1986). Zie ook deze site.

De bouw van de Oosterscheldewerken heeft een systeem doen ontstaan dat morfologisch uit evenwicht is. De aanleg van de stormvloedkering heeft de zanduitwisseling met de Noordzee nagenoeg stilgelegd. De zandhonger in de geulen leidt tot erosie van de platen en slikken en zeespiegelstijging tot een geleidelijke verdrinking. Het areaal platen en slikken loopt terug en dreigt op termijn geheel te verdwijnen. De langetermijneffecten op bijvoorbeeld de benthische gemeenschappen zijn groot (Cozolli et al. 2017). De

Het verdwijnen van platen en slikken leidt tot een toename van de golfaanval op de Oosterscheldedijken.
De voortschrijdende erosie heeft ook invloed op een deel van de Natura2000-instandhoudingsdoelen van de Oosterschelde. De landschappelijke kwaliteit, belangrijke habitattypen en natuurwaarden worden bedreigd. Het gaat hier met name om de steltlopers die de platen en slikken als foerageergebied benutten. De platen zijn eveneens van belang voor de zeehonden die er rusten en hun jongen werpen.

Voor de lange termijn is er behoefte aan een integrale, samenhangende strategie voor een klimaatbestendige aanpak van de waterveiligheidsopgave voor de Oosterschelde. Deze integrale samenhangende veiligheidsstrategie zal bestaan uit een optimale combinatie van aangepast beheer van de Oosterscheldekering, (innovatieve) dijkversterkingen en zandsuppleties ter versterking van het intergetijdengebied. Witteveen+Bos heeft een MIRT-onderzoek gedaan naar de veiligheidsstrategie van de Oosterschelde voor de periode 2015-2100 (Von Meijenfeldt 2017).

Kerndocumenten

De onderstaande documenten zijn te beschouwen als kerndocumenten voor kennis van het watersysteem Oosterschelde:

  • Het rapport Verlopend getij uit 2004 is de voorlaatste bekkenrapportage van de Oosterschelde (Geurts van Kessel 2004);
  • De laatste bekken- of watersysteemrapportage uit 2008 heeft als titel Verminderd getij (Van Zanten en Adriaanse 2008), met de brochure Verminderd getij;
  • De Autonome Negatieve Trend (ANT)studie Oosterschelde uit 2013 richt zich vooral op de instandhoudingsdoelen met betrekking tot de steltlopers (De Ronde et al. 2013);
  • Het milieueffectrapport uit 2013 van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) dat moet leiden tot een voorkeursaanpak voor het beperken van verlies van platen en slikken (Helder en Sluis 2013).
  • Hier mag ook de eerste bekkenrapportage Veilig getij niet onvermeld blijven die gaat over het Oosterscheldesysteem na aanleg van de stormvloedkering. Dit rapport bespreekt alle relevante ontwikkelingen, zoals de zandhonger die ook in de latere rapporten uitgebreid aan bod komen.





Referenties


HZ University of Applied Sciences
Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Projectbureau Zeeweringen
Waterschap Scheldestromen
Provincie Zeeland
Deltares